Regelgeving is in onze markt cruciaal. In Nederland komt dit tot stand via nationale regelgeving, Europese regelgeving en regelgeving vanuit internationale afspraken (bijvoorbeeld als het gaat om klimaat, zeevaart en luchtvaart). Nederland heeft zich verbonden aan de klimaatdoelstellingen van Parijs en heeft om dit te behalen een eigen nationaal Klimaatakkoord gesloten met alle betrokken sectoren en partijen. Ook voor de mobiliteitssector in Nederland ligt een opgave om bij te dragen aan de reductie van broeikasgasemissies om klimaatverandering tegen te gaan. En dat kan wat ons betreft nog een stuk ambitieuzer! Daarom vindt u hieronder onze beknopte visie op duurzame mobiliteit in Nederland en welke beleidsmatige ondersteuning dit vraagt.
A. Verder elektrificeren van personenvervoer, korte afstand vrachtverkeer en OV
Op rijksniveau kan dit ondersteund worden door in ieder geval de bijtelling als stimulans te behouden (en niet verder af te bouwen). Ook zijn er tal van lopende vrijwillige initiatieven in het bedrijfsleven voor elektrificeren van de leasevloot, die het Rijk zou kunnen ondersteunen en ook zelf kan nastreven als werkgever. Verder zou er een apart stimuleringskader voor de aanleg van laadinfrastructuur moeten komen, zodat deze niet langer via de Hernieuwbare Brandstofeenheden bekostigd hoeft te worden. Gemeenten en provincies zouden nog meer beloond moeten worden voor een hoger aandeel elektrisch in OV-concessies, mede aangevuld met aangescherpte milieuzones.
B. Bijdragen aan scherper beleid voor de maritieme sector op EU-niveau
Een mandaat voor het bijmengen van duurzame brandstoffen op EU-niveau (FEUM) zal het wegvallen van HBE-ondersteuning voor zeevaart kunnen opvangen, maar alleen als dit gepaard gaat met een ambitieuze doelstelling vanaf 2025 van minimaal 4% (die jaarlijks verhoogd wordt richting 2030 en verder). Een EU ETS voor zeevaart doorzetten kan een flinke impuls geven aan de markt, mits dit inclusief belasten van overslag in EU is, van schepen die elders brandstoffenvoorraden hebben aangelegd zodat carbon leakage wordt voorkomen.
Voor zowel FEUM als een bredere EU ETS is het nodig dat de verduurzamingsplicht ook van toepassing wordt op schepen vanaf 400 ton (i.p.v. enkel vanaf 5000 ton), om ook de grote hoeveelheid coasters mee te nemen die Nederland kent en daarmee echt lokaal impact te kunnen maken.
C. Bijdragen aan een scherper beleid voor de luchtvaart op EU-niveau
Er zou veel gewonnen kunnen worden door ontmoedigsbeleid voor korte afstandsvluchten (binnen 800 km), gepaard met investeringen in betere treinverbindingen en bijpassende dienstverlening. Verder zal het omarmen en snel intensiveren van de EU ETS voor luchtvaart de verduurzaming van luchtvaartbrandstoffen versnellen.
D. Verduurzamen van de resterende brandstofplas in Nederland (met name dan nog midden- tot lange afstand vracht, binnenvaart en resterende fossiele personenwagenvloot) met verhoogde bijmengverplichting hernieuwbare brandstoffen
Het Platform Hernieuwbare Brandstoffen heeft door laten rekenen dat er een technisch potentieel voor de bijmenging van duurzame brandstoffen in Nederland is van 150 PJ. Momenteel is de doelstelling echter begrenst op een maximum van 60 PJ, die daarmee weinig inspanning van partijen vraagt om dit te halen en partijen ontmoedigt om te overpresteren. Wij zouden als brede brandstofleverancier in Nederland een verhoging van de doelstelling voor verduurzaming van de brandstofplas omarmen en zien een ambitieus doch realistisch doel in de orde van minimaal 100 – 110 PJ zeker als redelijk. De verhoging van deze doelstelling zou idealiter via een verhoogde jaarverplichting worden ingericht, en niet via een aanpassing van administratieve multipliers.
Eind 2022 werd duidelijk dat Regeling Energie en Vervoer nagenoeg ongewijzigd blijft en daarmee het ambitieniveau voor verduurzaming van de brandstoffenplas in Nederland niet meegroeit. Voor dit jaar liggen er daarom des te meer kansen hier nog een flinke impuls aan geven. Maar dat zullen we samen moeten doen! Door middel van scherper beleid, maar ook door nauwe dialoog met onze leveranciers, klanten en andere betrokken stakeholders in het veld.